-
1 een viool met snaren bespannen
een viool met snaren bespannenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een viool met snaren bespannen
-
2 met vier/zes snaren
met vier/zes snarenfour-/six-stringedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met vier/zes snaren
-
3 bespannen
2 [met betrekking tot trekdieren] harness (a horse to a cart)♦voorbeelden: -
4 snaar
1 [met betrekking tot muziekinstrumenten] 〈 ook figuurlijk〉 string; 〈 ook figuurlijk〉 chord; 〈 van trommel〉 snare2 [met betrekking tot een tennisracket] string3 [koord, band, riem] cord♦voorbeelden:met vier/zes snaren • four-/six-stringed -
5 strijken
1 [zich laten gladmaken] se repasser2 [gaan langs, over] raser♦voorbeelden:1 [met een strijkende beweging aanraken] effleurer2 [(textiel) gladmaken] repasser (qc.)♦voorbeelden:iemand over de haren strijken • caresser les cheveux de qn.→ link=hand hand1 [met een strijkende beweging verplaatsen, veranderen] étaler (sur)2 [laten zakken] (a)baisser♦voorbeelden:de vlag strijken • amener le drapeaude haren uit zijn gezicht strijken • écarter les cheveux de son visagekreukels uit het papier strijken • défroisser le papier -
6 fest
fest1♦voorbeelden:er gehört unter eine feste Hand • hij heeft een strenge hand nodigein fester Händedruck • een stevige, krachtige handdrukfesten Schrittes, mit festem Schritt • met vaste tredfeste Schuhe • stevige schoenen〈formeel; ook figuurlijk〉 fest gegründet • op vaste grond rustend, vast gefundeerdeine fest gegründete Überzeugung • een onwrikbare overtuigingfest verwurzelt • vast-, ingeworteld, onwankelbaarfest antworten • vastberaden antwoordendie Tür fest schließen • de deur krachtig sluitendie Saiten fester spannen • de snaren strakker spannenfest auf den Beinen sein, stehen • stevig op zijn benen staanein fester Charakter • een standvastig karaktereine feste Freundschaft • een vaste, hechte vriendschapfestes Geld, feste Gelder • vast geld, deposito met vaste termijnein festes Vertrauen • een vast, onwankelbaar vertrouweneinen festen Wohnsitz haben • een vast verblijf hebbenirgendwo fest ansässig sein • ergens een vast verblijf hebbenfest besoldet • met een vaste bezoldigingfest gefügt • gevestigd, onwrikbaareine fest gefügte Ordnung • een gevestigde ordefest entschlossen • vast beslotenetwas fest verabreden • iets definitief afspreken¶ fest umrissen • vastomlijnd, nauwkeurig (bepaald)ein fest umrissener Begriff • een duidelijk afgegrensd begripin Chemie ist er fest • in chemie is hij goed thuis————————fest21 duchtig, goed, flink♦voorbeelden:1 immer fest(e)! • vooruit, erop los! -
7 domra
n. snaarinstrument met gekromde boogachtige vorm aan achterkant en met drie snaren gelijkwaardig aan die van de luit of mandolijn (Muziek) -
8 santoor
n. Perzisch snaarinstrument met veel snaren bespeeld met een paar lichte houten stokjes -
9 Bezug
Bezug〈m.; Bezug(e)s, Bezüge〉6 verband, samenhang ⇒ link, kader, zinspeling♦voorbeelden:5 Bezug: Ihr Schreiben vom 5.1. • Referte: uw schrijven d.d. 5-1mit, unter Bezug auf Ihr Schreiben • onder referte aan uw schrijvenBezug nehmend auf Ihr Schreiben • onder referte aan uw schrijven -
10 schlagen
schlagen3 behoren (tot), vallen (in)♦voorbeelden:um sich schlagen • erop los slaan, om zich heen slaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 einen Bogen schlagen • een bocht, boog makeneine geschlagene Frau • een door het lot geplaagde vrouwden Rekord schlagen • het record brekenSahne, Teig schlagen • (slag)room, deeg kloppendie Saiten schlagen • (op de snaren) tokkelenWurzel schlagen • wortel schietenmit ihrem Mann ist sie geschlagen • met haar man is zij geplaagd, mooi afein Stück Papier um ein Buch schlagen • een boek in een stuk papier wikkelenjemanden vernichtend schlagen • iemand een verpletterende nederlaag toebrengen3 inslaan, (in)gaan♦voorbeelden:1 du hast dich gut geschlagen! • je hebt je goed gehouden!3 er schlug sich zu uns • hij sloot zich bij ons aan, voegde zich bij ons -
11 decachord
n. harpsoort met tie snaren -
12 strak
4 [onverzettelijk] rigid♦voorbeelden:de snaren strakker spannen • tighten the stringsstrak trekken • stretch, pull tightstrakker worden • tighten, be drawn tightze hield haar blik strak op het podium gericht • she kept her eyes fixed/nailed to the stagemet een strak gezicht • unsmiling, with a stony faceeen strakke glimlach • a fixed/tense smile4 strak gespannen aandacht • taut/fixed attentionstrak aan iets vasthouden • stick to something, keep rigidly to something -
13 sechssaitig
sechssaitig1 zessnarig, met zes snaren -
14 viersaitig
viersaitig1 viersnarig, met vier snaren
См. также в других словарях:
Wien Neerlands Bloed — Infobox Anthem title = Wien Neêrlands bloed transcription = english title = To those in whom Dutch blood alt title = en alt title = alt title 2 = en alt title 2= image size = caption = prefix = National country = NED author = Hendrik Tollens… … Wikipedia